Wat is een zeldzame bloedgroep?

Voordat je bloed zou kunnen doneren of misschien zelfs ontvangen wordt de bloedgroep bepaalt. Je hebt verschillende bloedgroepen en het kan gevaarlijk zijn wanneer iemand het verkeerde bloed krijgt. Ben je iemand die bloed ontvangt zul je altijd bloed krijgen van je eigen bloedgroep. Wil je alles weten over de verschillende bloedgroepen? Lees het hier!

Heb je bloedgroep AB?

Als je bloedgroep AB hebt, dan heb je de zeldzaamste bloedgroep. Met deze bloedgroep word je niet veel opgeroepen om te doneren. Er is minder vraag naar omdat deze zeldzaam is. Iemand die bloedgroep AB-positief heeft mag van iedereen bloed ontvangen. Heb je de bloedgroep AB-negatief en ben je donor dan kan het zijn dat je regelmatig wordt opgeroepen om te doneren.

Met bloedgroep AB heb je de eiwitten A en B op de rode bloedcellen zitten. Je mag bloed ontvangen van iedereen en als je bloed ontvangt van bloedgroep A of B dan wordt dit beschouwd als lichaamseigen.

Heb je bloedgroep A?

Wanneer je bloedgroep A hebt dan heb je eiwit A op de rode bloedcellen. Er zijn 35 procent Nederlandse mensen die bloedgroep A-positief hebben. Er zijn maar 7 procent Nederlandse mensen die bloedgroep A-negatief hebben. De bloedgroep A is veel nodig in Nederland.

Heb je bloedgroep B?

Als je bloedgroep B hebt betekent dit dat je eiwit B in de rode bloedcellen hebt. Mensen met de bloedgroep B-positief doneren minder vaak bloed. Het is een van de zeldzame bloedgroepen. De bloedcellen van deze bloedgroep kunnen maar beperkt bewaard worden. Is er vraag naar een donor met bloedgroep B-negatief dan wordt die regelmatig opgeroepen.

Heb je bloedgroep O?

Je hebt bloedgroep O wanneer er geen eiwit A of B zit op de bloedcellen. Mensen die bloedgroep O hebben kunnen geen bloed ontvangen van mensen die bloedgroep A, B of AB hebben. Je kunt met bloedgroep O wel aan iedereen je bloed doneren.

Wat is een rhesusfactor?

Als je spreekt over rhesusfactor dan wordt samen met de bloedgroepen A, B, AB en O de acht verschillende bloedgroepen bepaalt. Als er een rhesusfactor is in je bloed dan ben je rhesus-positief. Ontbreekt de rhesusfactor in het bloed dan wordt er gesproken over rhesus-negatief. Je ouders bepalen samen de rhesusfactor die je krijgt. Heeft een van de ouders rhesus positief en de andere ouder rhesus negatief dan krijgt het kind dat geboren wordt automatisch de rhesusfactor positief.